Overheidsbemoeienis en regels die de participatieve samenleving belemmeren.

Ben Sanders 10.10.2013

De regelgeving van de overheid is de laatste jaren aan het dichtslibben. Er zijn te veel regels en ze zijn te moeilijk.

Het gebouw der overheid dreigt daardoor in te storten. Het piept en kraakt in zijn voegen. Professionals die de overheid adviseren hebben eerder aan deze situatie bijgedragen dan dat ze er tegenwicht aan geboden hebben.
Het is ook wel erg makkelijk geld verdienen met het in stand houden of verergeren van deze problemen. De professional in kwestie is namelijk de enige die de huidige wirwar van regels nog doorziet. Hij heeft er immers zijn werk van gemaakt. Of toch niet, is er wel een ambtenaar die de Wet maatschappelijke ondersteuning nog snapt?

De overheid predikt tegenwoordig ‘van verzorgingsstaat naar de participatiesamenleving’. Het lijkt wel of er ineens net zoveel overheidsdienaren als inwoners in dit land zijn. En die gaan ook allemaal meewerken aan het verbeteren van de samenleving! De vraag is echter wat de officiĆ«le overheidsdienaren – die welke er voor betaald worden – dan straks nog te doen hebben.

Over de rol van die ‘nieuwe’ overheid wordt druk gediscussieerd op allerlei discussiefora en op sociale netwerken. Veel overheidspogingen tot het stimuleren van een participatieve samenleving zijn echter ronduit hypocriet en ongeloofwaardig. Dat komt omdat vrijwel alle landelijke overheidsbemoeienissen in Nederland eenzijdig in het voordeel uitpakken van de rijken en de groten. Want wat nu als ‘Jan Boezeroen’ niemand in zijn familie of omgeving heeft die met hem wil of kan participeren? Moet hij het dan maar zelf uitzoeken binnen die wirwar van regels?
Of kan hij dan terecht bij die ambtenaar die door de ‘participatie’ straks weer tijd over heeft?