Berichten in de categorie 'raadswerk'


Artikel 35 (schriftelijke) vragen over klachten van pleeggezinnen

Zehra Ceben 18.01.2019

Burgerbelangen Enschede heeft vandaag de volgende vragen (artikel 35) gesteld aan het college over klachten van pleeggezinnen. De uiterste beantwoordingstermijn voor deze vragen staat op 8 februari 2019.

Voor kinderen is het belangrijk dat ze zoveel mogelijk opgroeien in een duurzame gezinssituatie. Als dit door omstandigheden niet mogelijk is binnen het eigen gezin, moeten kinderen , zolang als dat nodig is, in een andere stabiel gezinssituatie kunnen wonen. Pleeggezinnen maken dit mogelijk en zijn van onschatbare waarde. Wij hebben ze hard nodig. BBE bereiken signalen dat pleeggezinnen klachten hebben over de jeugdzorg. Niet alleen landelijk maar ook in Enschede (bron: EenVandaag 10.11.2018 )

De klachten zijn:

  • Gebrek aan begeleiding en ondersteuning
  • Zonder overleg wordt een kind weggehaald bij een pleeggezin
  • Veel zorgverleners (verloop) over de vloer die invloed hebben op het kind
  • Zij voelen zich niet gehoord, buiten spel gezet ,geen gelijke gesprekspartner en veel onbegrip

Om te zorgen dat kinderen zo goed en stabiel mogelijk worden opgevangen en begeleid hebben de 14 Twentse Gemeenten een regionaal expertise-punt opgezet. De uitgangspunten hiervoor waren

  • meer samenwerking tussen betrokkenen (instellingen, ouders, pleegouders, gezinshuishoudens, gemeenten);
  • meer maatwerkmogelijkheden in opvangvormen, zodat kinderen op de best passende manier begeleid kunnen worden;
  • meer informatie-uitwisseling zodat optimaal gebruik gemaakt kan worden van elkaars kennis en mogelijkheden;
  • het realiseren van een ruimer bestand van plekken in duurzame gezinsvormen;
  • meer ondersteuning van pleegouders en gezinshuishoudens bij praktische belemmeringen

BBE heeft hierover een aantal vragen :

  1. Wat is de stand van zaken m.b.t. de oprichting van het regionale expertise-punt
  2. Is het mogelijk om het punt ook tot een plaats te maken waar pleegouders terecht kunnen
  3. Gaat het expertisepunt een jaarverslag uitbrengen dat met de 14 gemeenteraden gedeeld gaat worden?


Artikel 35 (schriftelijke) vragen over de capaciteit van het stroomnetwerk

Barry Overink 18.01.2019

Burgerbelangen Enschede heeft vandaag de volgende vragen (artikel 35) gesteld aan het college over de capaciteit van het stroomnetwerk. De uiterste beantwoordingstermijn voor deze vragen staat op 8 februari 2019.

In diverse media is de afgelopen weken te lezen geweest dat het stroomnetwerk met name in Groningen, Drenthe en Overijssel onvoldoende capaciteit heeft voor het toenemend aantal zonneparken en dat de komende jaren dit nog een probleem kan zijn.

Enexis heeft inmiddels de gemeenten in voorgenoemde provincies per brief geïnformeerd.
Gezien de grote opgave waar wij met zijn allen voor staan en de komende Energievisie die in voorbereiding is, kan dit grote gevolgen hebben voor het nakomen van de doelstellingen.
De fractie van Burgerbelangen heeft hier grote zorgen over en wil dan ook van het college het volgende weten:

  1. Is het college op de hoogte van de capaciteit problemen op het stroomnetwerk?
  2. Heeft het college inzichtelijk of de gemeente Enschede met deze zelfde capaciteit problemen te maken heeft of krijgt?
  3. Is er contact met de netbeheerder over deze capaciteit problemen, welke ook in de brief van de netbeheerder aan de orde worden gesteld.
  4. Welke gevolgen kan dit hebben voor de te realiseren doelstellingen in Enschede op het gebied van duurzaamheid?
  5. In de media wordt met name gesproken over grote zonneparken, spelen deze capaciteit problemen ook voor andere energie opwekkend zoals bijvoorbeeld windmolens?
  6. Is er inmiddels contact met andere gemeenten, provincie of het rijk rond om deze capaciteit problemen en de gevolgen daarvan?

https://www.ad.nl/binnenland/het-stroomnet-is-vol-stop-op-nieuwe-zonnecentrales~afbed8a9/


Rondvraag stadsdeelcommissie Centrum: woonstudio’s

Barry Overink 12.12.2017

Vanavond is er een stadsdeelcommissie vergadering van stadsdeel Centrum. Wij hebben daarvoor de volgende vragen ingediend:

Rondvraag ‘woonstudio’s’ (BBE)

Amper hebben wij discussie van de onzelfstandige bewoning achter de rug en in de tussentijd haalt de realiteit ons al weer in. De onzelfstandige bewoning gaat nu over naar studio’s. Collega Tillema heeft recent hier over schriftelijke vragen gesteld aan het college. Echter ging het hierbij meer om de technische kwaliteit van de studio’s.

Het meest in het oog springende voorbeeld is misschien wel de Haaksbergerstraat 302,  beter bekend als het pand van Planeta, alwaar vroeger een winkel in zat. Dit winkelpand is inmiddels omgebouwd tot een viertal studio’s en een kantoor functie aan de plint. Pandeigenaren worden op dit moment benaderd door ”investeerders” om het pand te verkopen zodat er studio’s kunnen worden gebouwd; hiervan zijn binnen onze fractie een aantal voorbeelden bekend. Een wat ons betreft ongewenste kettingreactie, welke de straat en wijk doet verloederen, niet alleen voor bewoners maar ook voor ondernemers die daar dagelijks de kost verdienen.

De aard van de onwenselijkheid zit hem dan ook met name in de doelgroep welke op dit soort studio’s afkomt en welke relatief gezien meer overlast met zich meebrengt van o.a. dealen en drugsgebruik. Het is niet voor niets dat de politie dagelijks bij dit soort woningen in de wijk aan de deur staat.

Met name aan de Haaksbergerstraat en de Kuipersdijk is er al een hoge concentratie van onzelfstandige bewoning. Verdere uitbreiding hiervan of met woon-studio’s, zijn wat betreft onze fractie onwenselijk. Juist ook omdat deze gemeente ook de ambitie heeft om de invalswegen te verfraaien en hier een kwaliteitsimpuls aan te geven.

De bestemmingsplannen aan de Haaksbergerstraat zijn van vroeger uit dusdanig ruim dat dit ook de mogelijkheid bied aan pandeigenaren om hier o.a. woon-studio’s te realiseren.

Vraag die wij als Burgerbelangen dan ook hebben is:

  • Is het college bekend met een toenemende aantal aanvragen voor woon-studio’s in dit gebied?
  • Wat vindt het college van deze ontwikkelingen? Acht zij deze wenselijk?
  • Ziet het college mogelijkheden om op korte termijn iets te doen aan deze ontwikkelingen?
  • Heeft het college opdracht nodig van de raad om verdere stappen te zetten om deze ontwikkeling te voorkomen?
  • Is het college bereid om pand eigenaren aan te spreken op de overlast gevende huurders en daar eventueel afspraken over te maken of waar mogelijk sancties op te leggen?
  • Wat zijn de mogelijkheden die de raad c.q. het college heeft om de bestemmingsplannen hiervoor aan te passen


Rondvraag stadsdeelcommissie Zuid: woonoverlast

Marc Teutelink 12.12.2017

Vanavond is er een stadsdeelcommissie vergadering van stadsdeel Zuid. Wij hebben daarvoor de volgende vragen ingediend:

Rondvraag ‘handhaving woonoverlast’ (BBE)

In mei 2017 bereiken ons de eerste signalen vanuit bewoners dat er huisjesmelkers bezig zijn met opkopen van woningen in Stroinkslanden Zuid, welke worden omgezet naar onzelfstandige bewoning en ook zelfstandige bewoning in de vorm van units. Het betreffen hier meerdere adressen op de Assinklanden, de Auskamplanden en de Ahauslanden en mogelijk nog meerdere adressen. De omliggende bewoners hebben dit al meerdere malen aangekaart bij de stadsdeelmanagement en hebben ook meemaken ingesproken bij de stadsdeelcommissie. De bewoners ondervinden overlast van de bewoners van de units, vaak Moelanders.

Tijdens de stadsdeelcommissie van oktober is dit wederom ter sprake gekomen en heeft stadsdeelmanagement beloofd onderzoek te doen naar de vergunningen m.b.t. de woningen. Op 16 November hebben wij daarvan een memo ontvangen waaruit blijkt dat er bij navraag over een viertal adressen op de Assinklanden er twee in gebreke waren qua vergunningen en waarop handhaving noodzakelijk is!

Tot op heden is er echter geen handhavende actie ondernomen. Dit vinden wij onvoorstelbaar. Begin november hebben wij daarover nogmaals vragen gesteld, maar ook daarop is nog geen uitsluitsel gekomen. Daarom hebben wij de volgende vragen:

  • In mei zijn reeds de eerste meldingen/klachten van de bewoners binnen gekomen! Waarom heeft het zo lang geduurd alvorens de gemeente bereid was, onder druk van de stadsdeelcommissie, om onderzoek te doen naar de betreffende adressen en waarom zijn er nog geen handhavende acties ondernomen?
  • Is de gemeente ook bereid om onderzoek in te stellen naar andere adressen in Stroinkslanden Zuid, waar woningen zijn omgezet naar onzelfstandige bewoning en zelfstandige bewoning in de vorm van units
  • Tijdens de programma begroting is er extra geld beschikbaar gesteld voor handhaving woonoverlast op de korte termijn en is de gemeente opgedragen om te komen met een integraal plan m.b.t. woonoverlast voor de lagere termijn! Welke maatregelen worden in dit kader extra genomen door het stadsdeelmanagement om woonoverlast in met  name Stroinkslanden Zuid in te dammen/te voorkomen?


Opnieuw schriftelijke vragen omtrent gebruik rubbergranulaat op kunstgrasvelden

Niels van den Berg 12.10.2017

De fractie heeft n.a.l.v. de uitzending ZEMBLA voor de derde keer schriftelijke vragen ingediend. Na een motie die niet of nauwelijks steun kreeg en 3 keer eerder ingediende vragen hopen wij nu meer te bereiken. Onderzoek en indien nodig maatregelen nemen! Velden per direct op slot naar onze mening.

De fractie van Burgerbelangen Enschede heeft al meermaals vragen gesteld over rubbergranulaat op kunstgrasvelden. In eerste instantie gerelateerd aan de volksgezondheid.

Waar het college voorheen vertrouwen heeft gehad in onderzoeksrapporten en adviezen van het RIVM en VNG en aangegeven heeft in haar beantwoording dat deze leidend zijn, stellen wij wederom vragen op basis van de uitzending Zembla. Uitspraken en bevindingen van deskundigen die aan het woord zijn in deze uitzending brengen de fractie inmiddels stellig in de overtuiging dat de kunstgrasvelden en specifiek het granulaat een serieus gevaar vormen voor de volksgezondheid. Daarnaast blijkt uit de uitzending dat er zware bodem vervuiling plaats vindt onder en rond de velden.

Voor de BBE fractie is de grens bereikt en de fractie is dan ook van mening dat het college per direct (preventief) verantwoordelijkheid dient te nemen.

Daarom stelt de fractie de volgende vragen:

  1. Is het college het met ons eens dat alle rubber granulaat velden per direct " op slot " moeten gaan?
  2. Is het college bereid om proeven uit laten voeren door een onafhankelijk bureau op en rond de velden die liggen binnen de gemeente grenzen van Enschede, en indien ja, binnen welke termijn is men voornemens deze uit te voeren?
  3. Is het college zich bewust van het feit dat zij artikel 13 van de wet bodembescherming overtreedt indien blijkt uit het gevraagde onder 2, dat er waarden worden overtreden? Zo ja, welke maatregelen gaat men dan nemen?
  4. Is het college bereid om maatregelen te treffen en de velden adequaat te vervangen en deze kosten te verwerken in de aanstaande programma begroting indien blijkt uit de onderzoeken dat de waarden conflicteren met de wettelijke toegestane hoeveelheden?


Technische vragen Bestemmingsplan moskee Kuipersdijk

Fractie Burgerbelangen 06.10.2017

Naar aanleiding van de stadsdeelcommissie Oost waarin het Bestemmingsplan Moskee Kuipersdijk is behandeld, is er door Burgerbelangen Enschede (samen met de CDA, PvdA, CU en Enschede Anders) een aantal vragen gesteld over de financiering van de te bouwen moskee aan de Kuipersdijk:

  1. Gezien het feit dat de verantwoordelijk portefeuillehouder stelt dat er niets discutabels te vinden is, kunnen de stukken waaruit blijkt dat dit zo is de raad inzichtelijk gemaakt worden? (Eventueel vertrouwelijk)
    Antwoord: Nee, er zijn geen stukken door de Islamitische Stichting Nederland (ISN)  of de moskeebesturen aangeleverd die door de gemeente zijn beoordeeld. Het oordeel van het College is gebaseerd op mondeling verkregen inzicht in de financiering van het project.
  2. Op welke wijze heeft het college zich verzekerd van de zekerheid dat financiering en geldstromen op juiste wijze tot stand zijn gekomen? Kunt u ook aangeven of de Diyanet één van de financiers is van deze moskee?
    Antwoord: Het College kan geen waarborgen organiseren dat de financiering van de Moskee op legale wijze tot stand komt. Dit geldt overigens voor alle ontwikkelaars in de stad. Er zijn andere instellingen in Nederland waaronder de Belastingdienst en de AIVD die hiernaar onderzoek kunnen instellen. Er moet dan echter wel een aanleiding zijn in de vorm van een redelijke verdenking. Bij vergunningverlening kan de gemeente een BIBOB-onderzoek laten uitvoeren naar de financiering van het project waarvoor een vergunning wordt aangevraagd. Ook hierbij moet echter vooraf sprake zijn van een redelijke verdenking.
  3. Een deel van de financiering zal inmiddels verworven zijn. Hoe gaat het college toetsen of dit voor het, naar alle waarschijnlijkheid, nog te verwerven grootste deel ook op juiste wijze verloopt en getoetst wordt?
    Antwoord: Het College gaat de gevraagde toetsing niet doen, dit behoort niet tot de bevoegdheid van het College.
  4. Wat is de hoogte van het bedrag dat tot nu toe is verkregen en hoeveel is nog benodigd?
    Antwoord: De gemeente heeft geen inzicht in het actuele rekeningsaldo van de moskeebesturen. Ten tijde van de vaststelling van de kadernotitie in 2016 waren reeds voldoende middelen verzameld om de koopsom van de grond inclusief BTW te voldoen.
  5. Op welke termijn verwacht het college dat het betreffende project gerealiseerd zal zijn in relatie tot de financiering en zit hier een einddatum aan vast
    Antwoord:Het College heeft in de koopovereenkomst de volgende maximale termijnen opgenomen:
    - Levering en betaling van de grond binnen 3 maanden na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan.
    - Start bouw uiterlijk 3 jaar na levering van de grond.
    - Afronding bouw buitenzijde uiterlijk 2 jaar na start bouw.
  6. Is het college op de hoogte van het UNHCR rapport uit 2011? En hoe kijkt men hier tegenaan m.b.t. Financiering van de nieuw te bouwen moskee?
    Antwoord: Het College is niet bekend met het UNHCR rapport uit 2011. Ten aanzien van de financiering van de moskee verwijzen we u naar het antwoord op vraag 3 hierboven.
  7. Is de Diyanet stichting, vallend onder de ISN, een stichting die samenwerkt of valt onder het ministerie van algemene zaken in Turkije?
    Antwoord: Het College heeft geen informatie over de samenhang van deze stichtingen anders dan voor een ieder beschikbaar is in de media en via internet.
  8. Hoe kijkt het college aan tegen het feit dat Diyanet expliciet genoemd wordt in een raadsvoorstel, dit in relatie tot de motie Buma?
    Antwoord: Het noemen van de Diyanet in het raadsvoorstel laat zien dat het College graag transparant en volledig is in het voorstel aan de Raad.

Daarnaast heeft de fractie de volgende aanvullende vragen gesteld:

Ten aanzien van de oproep tot gebed;

Tijdens behandeling van de kadernotitie heeft er een onderhandeling plaatsgevonden in de Enschedese raadszaal. De BBE fractie heeft kenbaar gemaakt dat realisatie van een moskee, passend in het ” Hollandse landschap” geen punt van bezwaar is. De oproep tot gebed in de openbaarheid is echter wel een zwaar wegend aspect geweest voor de fractie. In het partijprogramma van 2014 staat zelfs opgenomen dat onze partij tegen deze vorm van oproepen is. Gezien het feit realisatie plaats gaat vinden in een overwegend Autochtone woonwijk zijn wij hier kritisch op. 

Wettelijk gezien is het onmogelijk om de oproep tot gebed in openbaarheid te verbieden. De bouwcommissie van de Turkse gemeenschap heeft van meet af aan de wind in de zeilen gehad, gezien de overgrote meerderheid in de Enschedese raad die zich prima kan vinden in alle wensen en plannen m.b.t. De nieuw te bouwen moskee. Zo ook ten aanzien van het gebed. Nagenoeg geen enkel bezwaar vanuit de verschillende partijen t.a.v. Dit onderwerp. Gezien het feit dat het verbieden van de oproep conflicteert met de grondwet was er 1 oplossing om het aspect oproep tot gebed te beperken tot een minimum. BBE heeft aangegeven tegen te stemmen indien de oproep tot gebed vijf keer per dag plaats zou vinden (oorspronkelijke intentie baan de bouwcommissie). Er is staande de vergadering onderhandeld en men is tot een agreement gekomen. Dat is inmiddels vertaald in een noaberschap convenant. T.a.v. Dit convenant heeft de fractie de volgende vragen:

  1. Hoewel er een ondertekende overeenkomst ligt, welke zekerheden biedt dit t.o.v. De gemaakte afspraak 1 keer per week oproepen tijdens het vrijdagmiddaggebed?
    Antwoord: Zie hiervoor de uitgebreide documentatie in de bijlagen bij de door de Raad vastgestelde kadernotitie. De conclusie van Kienhuis Hoving hierover luidt dat gezien de Wet Openbare Manifestaties en de niet beschikbare jurisprudentie over privaatrechtelijke afspraken over het beperken van de oproep tot gebed de houdbaarheid van dit type afspraken niet kan worden gewaarborgd.
  2. Indien het moskee bestuur besluit om toch vaker op te gaan roepen. Welke mogelijkheden zijn er (juridisch) om te handhaven en recht te doen aan gemaakte afspraken in het convenant?
    Antwoord: Privaatrechtelijke contractpartners kunnen elkaar dagvaarden bij het niet nakomen van de gemaakte afspraken. Op dat moment zal een rechter moeten toetsen hoe de privaatrechtelijke afspraken zich verhouden tot de wetten in Nederland. Zoals in antwoord 1 aangegeven is de uitkomst hiervan onzeker. Meer voor hand ligt om in gesprek te blijven met de betrokken partijen. De gemeente heeft daarnaast de mogelijkheid om via de APV algemene regels over oproepen tot gebed vast te stellen.
  3. T.a.v. Detailhandel.. gister aan gerefereerd. Eerder is besproken in de commissie dat hier een uitzondering gemaakt kan worden.. akkoord gegeven maar met de beperking dat deze religieus / cultureel gerelateerd moet zijn. Nu stelt men dat men geen beperkingen wenst vanuit de bouwcommissie.. op basis van welke gronden is hier gehoor aan gegeven?
    Antwoord: In de kadernotitie wordt gesproken over ondersteunende en ondergeschikte detailhandel, niet over religieus / cultureel gerelateerd. Het bestemmingsplan is uitgewerkt binnen de kaders van de kadernotitie.
  4. Verkeer.. gister aangegeven dat in de nota van zienswijzen wordt gerefereerd aan 2 bottlenecks waar niet aannemelijk problematiek zal ontstaan. Het gaat om twee kruisingen wethouder Beverstraat. Op welke manier denkt men dit te ondervangen?
    Antwoord: Uit de verkeersonderzoeken blijkt dat de moskee niet noemenswaardig bijdraagt aan de verkeersbelasting op de wethouder Beverstraat. Helemaal niet tijdens de maatgevende spitsperioden. Eventuele bottlenecks dienen dan ook meegenomen te worden in afwegingen op stedelijk niveau over de bereikbaarheid van Enschede.
  5. Financiering aansluiting RW35. Gister een van de insprekers die stelde dat de middelen hiervoor nog niet beschikbaar zijn. En dat het maar de vraag is of Hornbach deze gaat bekostigen. Kan men hier duidelijkheid verschaffen?
    Antwoord: Er is geen relatie tussen het bestemmingsplan Moskee en de plannen om de aansluiting Zuiderval / A35 aan te passen ten behoeve van de Hornbach. De verkeersmaatregelen Zuiderval/A35 zijn gedekt in de grex Hornbach, want deze zijn nodig met de vestiging van de Hornbach.
  6. M.b.t. Planschade vragen gesteld. Collega Wessels stelt dat planschade komt voor rekening initiatiefnemer. Gister leek het erop dat dit de bouwcommissie betreft. Is dit juist of is de gemeente feitelijk ontwikkelaar en / of initiatiefnemer en komen die kosten voor rekening van de gemeente?
    Antwoord: In dit geval is sprake van een kaveluitgifte door de gemeente. De gemeente is daarmee initiatiefnemer en draagt ook het risico voor planschade. Op basis van extern ingewonnen advies wordt het risico op aantoonbare planschade klein ingeschat. In de risico-analyse bij de door de Raad vastgestelde grondexploitatie is rekening gehouden met dit risico.
  7. Er ligt een ontwerp klaar. Is al duidelijk hoe de stadsbouwmeester hier tegenaan kijkt i.r.t. De welstandstoets?
    Antwoord: De voorgestelde wijziging voor de welstandsnota is gebaseerd op het schetsontwerp moskee en is in overleg met de stadsbouwmeester tot stand gekomen.
  8. Horeca alleen voor bezoekers moskee. Schooljeugd en overigen kunnen uiteraard ook een bezoek brengen aan de moskee. Schaart men deze groep onder de bezoekers aangezien men in het stuk spreekt over 625 bezoekers regulier en 1500 tijdens religieuze dagen. Hoe reguleert en / of handhaaft men hier?
    Antwoord: De gemeente kan handhaven als er sprake is van gebruik in strijd met het bestemmingsplan. Regulering en handhaving is gelijk aan vergelijkbare situaties in Enschede, zoals bij veel verenigingskantines.
  9. Religieuze dagen.. ik hoorde gister dat het er twee betreft. In de kalender van de islamitische feestdagen zijn er veel meer te lezen. Zijn hier afspraken over gemaakt en zijn de twee dagen opgenomen in het convenant noaberschap?
    Antwoord: Er zijn veel meer Islamitische feestdagen. De verwachting en ervaring van de huidige moskeebesturen is echter dat deze niet leiden tot flink grotere bezoekersaantallen, wat wel het geval is bij het Suikerfeest en het Offerfeest.De Noaberschapovereenkomst is getekend door de wijkraad en de moskeebesturen. De gemeente heeft de overeenkomst opgesteld als ondersteuning van het proces tussen bewoners en moskee. De overeenkomst is voor iedereen te lezen op onder andere de website van de wijkraad zuidoost. In de overeenkomst is opgenomen dat op de twee belangrijkste feestdagen, suiker- en offerfeest, een extra azan in de ochtend ten gehore mag worden gebracht.
  10. De 3 panden Kuipersdijk 348, 350 en 352 liggen binnen de 30 meter. Hiermee voldoet men dus niet aan gestelde eisen. Kan dit? Mag dit? En waarom kan dat op deze manier?
    Antwoord: Bij het opstellen van een bestemmingsplan wordt bekeken of er bestaande of toekomstige bedrijvigheid in en rondom het plangebied aanwezig is die van invloed is op het woon- en leefklimaat. Hiervoor wordt de VNG Publicatie Bedrijven en milieuzonering (verder: VNG lijst) gebruikt. Hierin zijn afstanden voor geur, stof, geluid en gevaar opgenomen. Dit zijn richtafstanden en geen harde afstandseisen. Volgens deze VNG lijst geldt voor een moskee voor geur, stof en gevaar geen richtafstand. Voor geluid een afstand van 30 meter. De woningen Kuipersdijk 348, 350 en 352 liggen binnen deze 30 meter, waardoor akoestisch onderzoek nodig is. Uit dit onderzoek blijkt dat wordt voldaan aan de voorwaarden zoals die zijn opgenomen in de Geluidsnota Enschede (richtwaarde 50 dB(A) voor gebiedstype “Gemengd gebied” en “Verkeersinfrastructuur”).


Oudere berichten