Over kansrijke locaties en “kansarme” burgers

Niels van den Berg 10.11.2011

Afgelopen donderdag kopt de Tubantia “kansrijke locaties”, voor particuliere bouwer. Een 1 van deze locaties speelt momenteel een prominente rol in mijn politieke agenda. De driehoek aan de Schipholtstraat. Maar liefst acht potentiële kavels zitten er verstopt in het groene hart van de driehoek. Het klinkt allemaal mooi, maar in de praktijk blijken dergelijke plannen op zijn zachtst gezegd ongelukkig uit te pakken voor omwonenden. Ik heb er al eens eerder over geschreven, publicatiebeleid. Publicatiebeleid dat theoretisch gezien correct wordt toegepast, maar voor het overgrote deel van de Enschedese burgers onduidelijk is.

Wat zijn de mogelijkheden om ongenoegen kenbaar te maken? Welke stappen moet een burger ondernemen, en belangrijker nog op welk moment in het traject, om bezwaren kenbaar te maken? Het is voor menigeen onduidelijk. En als het dan wel duidelijk is, is men vaak te laat om zienswijzen in te dienen. Op dit moment ben ik in gesprek met bewoners van de driehoek die door een voor hen onduidelijke vorm van publiceren, zich machteloos en volgens eigen zeggen genaaid voelen. Frappant is het daarbij dat daar de afgelopen week een tweede bijna identieke situatie bij is gekomen. Ik wordt gebeld door bewoners aan de Oosterstraat. Door een slimme zet van een projectontwikkelaar (overigens geheel volgens de regels) vist men hier bijna zo goed als zeker achter het net. Nog maar kort geleden hebben we in de raad het besluit genomen in te stemmen met het gewijzigde bestemmingsplan “Ribbelt-Stokhorst”. Vlak voordat het stuk in de raad aan de orde komt, dient de ontwikkelaar een zienswijze in en dus krijgen we een herziening gewijzigd bestemmingsplan Ribbelt-Stokhorst voorgeschoteld. Bewoners hebben dit laatste, zo kort voor de “deadline” niet meer meegekregen, en dus is voor hen nu nog de enige optie de raad van state. Ook hier rest het gevoel van machteloosheid, en woede. Ik vraag mij dan af, als communicatie een speerpunt is van dit college, valt publicatiebeleid hier dan niet onder? Wethouder van Agteren heb ik hierover gesproken.
Hij heeft inmiddels aangegeven dat hij ermee aan de slag gaat. Want laten we eerlijk zijn, op het moment dat zijn collega van Hees onlangs tijdens een commissie vergadering over de luchthaven roept dat historische plankosten “zomaar even” afgeboekt zouden kunnen worden, waarom moeten tekorten in het grondbedrijf dan opgevangen worden door dergelijke versnipperde kavels nu in de uitverkoop te gooien? Laten we dan juist de verwachtte opbrengst van 2,3 miljoen euro “zomaar even” afboeken. Laten we vervolgens het groene hart van de driehoek inrichten als recreatief gebied, en bovenal, laten we nu echt eens duidelijk communiceren wanneer we het hebben over publicatiebeleid. Want in dit geval lijkt onder andere de driehoek een minuscuul stukje te zijn van de grote, bijna niet te leggen puzzel die de naam grondbedrijf heeft meegekregen. De winnaar mag dan het grondbedrijf zijn, de verliezers zijn omwonenden van de betreffende kavels, die voor hun gevoel nooit serieus gehoord zijn. En niet gehoord worden binnen het begrip communicatie is volgens mij een serieus probleem!